Vancouver Canucks  
 
In 1945 werd in Vancouver een ijshockeyteam opgericht met de naam Vancouver Canucks, naar de bijnaam voor een Canadees. Het team kwam uit in de amateurcompetitie Pacific Coast Hockey League (PCHL). In 1952 fuseerde deze league met enkele andere amateurcompetities tot de professionele Western Hockey League (WHL). De Canucks werden in 1958, 1960, 1969 en 1970 kampioen van de WHL.
In 1967 wilde de NHL een verdubbeling van het aantal clubs (the original six) naar 12 teams. Vancouver was een van de gegadigden, maar de eigenaren van de Detroit Red Wings en de Toronto Maple Leafs vonden dat het stadion niet voldeed en daarom werden de Canucks gepasseerd. In 1970 kreeg het team nieuwe eigenaren en die besloten om een nieuw stadion te bouwen, het Pacific Coliseum. Hierdoor konden de Canucks toetreden tot de NHL.
Drie keer wisten de Vancouver Canucks de finale van de play-offs om de Stanley Cup te halen, maar helaas gingen alle finales verloren. In 1982 werd het 4-0 voor de New York Islanders, in 1994 waren de New York Islanders met 4-3 te sterk en in 2011 werd ook met 4-3 verloren van de Boston Bruins, ondanks dat de Cunucks het thuisvoordeel hadden in deze serie.
 
 
Voor de vakantie 2002 was al duidelijk dat de Vancouver Canucks op 27 september een oefenwedstrijd zouden spelen tegen de Calgary Flames in General Motors Place in Vancouver (in juli 2010 werd General Motors Palace omgedoopt in Rogers Arena).
Via internet bleek het (nog) niet mogelijk om kaarten te bestellen voor deze wedstrijd. Dus op de eerste dag van het verblijf in Vancouver direct een winkel van ticketmaster opgezocht en kaarten gekocht voor deze wedstrijd. En zo ging een lang gekoesterde wens ging in vervulling, het bekijken van een NHL wedstrijd in een arena van één van de Canadese teams.
De Flames verloren de wedstrijd kansloos met 5-1.